De Relevantie van Artikel 1675/9, § 3
Volgens dit artikel wordt een schuldeiser geacht afstand te doen van zijn schuldvordering indien hij zijn aangifte niet tijdig indient na een extra termijn van vijftien dagen. Dit heeft verstrekkende gevolgen, omdat de schuldeiser in dat geval geen aanspraak meer kan maken op terugbetaling binnen de collectieve schuldenregeling. De bepaling dient om de efficiëntie van de procedure te waarborgen en de schuldbemiddelaar in staat te stellen een snelle en correcte afwikkeling te realiseren.
Het Oordeel van het Grondwettelijk Hof
Het Hof oordeelde dat artikel 1675/9, § 3 niet in strijd is met het recht op eigendom. Het Hof benadrukte dat:
- Wettelijke Basis: Het vermoeden van afstand van schuldvordering is helder en nauwkeurig in de wet omschreven.
- Legitiem Doel: De bepaling beoogt het algemeen belang te dienen door de doeltreffendheid van de collectieve schuldenregeling te bevorderen en een nieuwe start voor de schuldenaar mogelijk te maken.
- Evenredigheid: Het artikel biedt schuldeisers een bijkomende termijn en waarschuwt expliciet voor de gevolgen van niet-tijdige aangifte. Bovendien kunnen bijzondere omstandigheden, zoals overmacht, in acht worden genomen.