“Wanneer de schuldenaar om de beëindiging van de collectieve schuldenregeling vraagt moet de rechtbank beslissen over de verdeling en de bestemming van de bedragen die beschikbaar zijn op de bemiddelingsrekening. Na de betaling van de kosten- en ereloonstaten van de schuldbemiddelaar houdt de rechtbank rekening met het feit dat de financiële toestand van de schuldenaar moet worden hersteld, doch ook met het principe dat de schuldenaar te goeder trouw moet meewerken aan de procedure. Bij gebrek aan deze goede trouw zal het saldo op de rubriekrekening worden verdeeld onder de schuldeisers, rekening houdende met de wettelijke en overeengekomen redenen van voorrang.” Arbrb. Gent (afd. Oudenaarde) (7e k.) nr. 2021/57/B, 3 januari 2024