“Het principe van de nieuwe start wordt uitgehold door talrijke uitzonderingen op de kwijtscheldbaarheid van schulden in het kader van een gerechtelijke aanzuiveringsregeling (GAR). Hoewel deze schulden enkel niet-kwijtscheldbaar zijn in het kader van een GAR en theoretisch wél kwijtgescholden kunnen worden in het kader van een minnelijke aanzuiveringsregeling (MAR), stelt de schuldbemiddelaar in de praktijk niet vaak de kwijtschelding van dergelijke schulden voor in een ontwerp van MAR, uit vrees dat de schuldeisers niet akkoord gaan en aansturen op een GAR die niét voorziet in kwijtschelding. Het is dus zinloos en brengt onnodige kosten met zich mee om toch dergelijk voorstel te formuleren. Het is niét het nieuwe verzoek CSR dat de nieuwe start verhinderde, maar wel de niet-kwijtschelding van de schulden die nota bene is voorgesteld door de schuldbemiddelaar omdat met name de FOD Financiën in de praktijk nooit wenst akkoord te gaan met enige kwijtschelding van penale boeten en faillissementsschulden die in het kader van een GAR niet kwijtscheldbaar zouden zijn.”