“De opdracht van de schuldbemiddelaar bestaat met name erin na te gaan of het evenwicht tussen de belangen van de schuldenaar en de belangen van de schuldeisers wordt nageleefd. Daartoe beschikt hij, gedurende zijn opdracht, over de mogelijkheid de rechter te verzoeken om de herroeping van de minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling, met name wanneer hij vaststelt dat de schuldenaar een bron van inkomsten niet heeft aangegeven. Dat voorrecht wordt hem niet toegekend na het einde van zijn opdracht.”