Naar aanleiding van een schokkende ontmoeting met een Oostendse schuldbemiddelaar toch nog even in herinnering dat artikel 1675/3 Ger. W. het basisbeginsel van elke schuldbemiddeling regelt:
“De (…)regeling, (…) strekt ertoe (…) de schuldenaar (…) in staat te stellen in de mate van het mogelijke zijn schulden te betalen en tegelijkertijd te waarborgen dat hij zelf en zijn gezin een menswaardig leven kunnen leiden.”
Het menswaardig leven moet dus gewaarborgd worden, terwijl schulden slechts in de mate van het mogelijke moeten betaald worden. De waarborg van het menswaardig leven is een resultaatsverbintenis van de schuldbemiddelaar en de betaling van de schuldeisers is een inspanningsverbintenis van de schuldenaar.